Maak je eigen gipsen plantenafgietsels, geïnspireerd op Victoriaanse Cameo juwelen
In dit artikel laten we je zien hoe je zelf een plantenafdruk van gips kunt maken. De techniek van plantengips reliëf bestaat al heel lang en is een geweldige manier om mooie aandenkens van seizoensplanten te maken. Je hebt geen dure apparatuur of speciale vaardigheden nodig.
Volg gewoon onze handleiding en heb veel plezier!
Eerst vind je hier wat je nodig hebt:
- Bloemen of bladeren
- Klei (pottenbakkersklei, geen klei op oliebasis of speelklei)
- Gipspoeder
- Houten plank
- Deegroller
- Plastic bekers
- Penseel
- Water
- Gezichtsmasker en handschoenen voor je veiligheid
- Optioneel: pigment poeder
Vandaag ga ik je laten zien hoe je gipsafgietsels van planten kunt maken. Dit is dus een voorbeeld van de dingen die we vandaag kunnen maken. En het idee is om planten, bladeren, bloemen te gebruiken die je overal vindt, en ze dan in klei te drukken om deze mal te maken, een tijdelijke mal waarin we gips kunnen gieten. En dan krijg je dit prachtige reliëf dat uit de plant zelf komt. Je hoeft niets moois te verzinnen zoals deze natuur dat voor je doet. Je kunt dus gewoon alle details van een plant gebruiken om deze kleine aandenkens te maken en ik laat je zien hoe je ze zelf thuis kunt maken.
Aan de slag!
Om te beginnen gaan we dus klei gebruiken en je wilt een zachte klei. Het maakt niet echt uit welke soort, want we gaan het niet echt bakken. Je kunt het dus ook naderhand voor andere dingen hergebruiken. Je wilt dat het vrij zacht is en je wilt dat de textuur vrij fijn is. Je wilt dus geen klei die veel kleine stukjes heeft van wat men chamotte (grog) noemt, kleine stukjes harde klei binnenin om hem stabiliteit te geven, maar in jouw geval wil je hem zo glad mogelijk hebben.
Eerst probeer ik hem dus met de hand en met een deegroller zo plat mogelijk te maken tot een mooie egale plak, zodat we er al onze bloemen in kunnen gieten. Wat helpt is om er een soort plank hout of een stuk textiel onder te gebruiken. Als je dus textiel of ongelakt hout gebruikt, laat de klei heel gemakkelijk los, zodat hij niet blijft plakken. Als je iets gebruikt dat te glad is, zoals het marmer van de tafel, dan zou de klei er heel erg aan blijven plakken en dan zou het je leven heel moeilijk maken.
Bedenk dus wat voor ondergrond je eronder wilt gebruiken. In dit geval probeer ik het dus mooi glad te rollen, zo plat als ik kan. De dikte doet er niet echt toe. Je wilt het iets dikker hebben dan de soort planten die je gaat gebruiken. Wil je echt diep reliëf doen dan wil je dat de klei minstens even dik is.
Dus rol ik het uit tot een mooie gelijkmatige plak. Hij hoeft niet specifiek recht of gelijkmatig te zijn, je wilt gewoon dat hij mooi glad is. Als je klei gebruikt die je al eerder gebruikt hebt, krijg je soms zoals hier kleine luchtbelletjes, ik strijk ze gewoon een beetje glad met mijn vinger.
Uiteindelijk gaan we er bloemen in persen, zodat het de aandacht trekt met de details, niet met dat soort kleine onvolkomenheden. Ik heb het dus zoveel mogelijk gladgestreken. Het laatste beetje rollen, natuurlijk, wil je dat je deegroller mooi schoon is.
Als je zo’n klein stukje klei hebt, laat het sporen achter over je oppervlak en het moet een houten deegroller zijn, als je plastic gebruikt, gaat het ook veel plakken. Je kunt dus een deuvel gebruiken of misschien de steel van een bezem of zo als je geen deegroller hebt. Dit is dus goed genoeg en dan moet je een vorm bedenken.
We moeten dus een grens rond je stuk gips houden om het natte gips tijdens het gieten in bedwang te houden. Je kunt dus verschillende soorten dingen gebruiken. Het hangt een beetje af van de kant die je wilt, iets dat heel goed werkt is een veervorm. Het scharnier maakt het dus heel gemakkelijk los te maken. Natuurlijk is de maat beperkt tot wat je hebt.
Ik kan ook deze kleine koekjesvormpjes gebruiken, of als je echt klein wil gaan, een afgeknipte papierrol of de rand van een klein plastic bekertje. Dit zijn dus standaard kleine plastic drinkbekertjes, en ik heb ze doormidden gesneden. En we gebruiken dit deel met de rand naar beneden om het gips in te doen. Dit deel gebruiken we voor iets anders. Dit is hetzelfde. Dit is de rand van een plastic afhaalbakje dat ik heb uitgesneden en dan kunnen we er binnenin gieten.
We gaan dus proberen de compositie te bedenken die we willen. Als ik bijvoorbeeld een van die neem en ik druk hem lichtjes neer, dan zie ik waar de rand uitkomt. Ik heb dus een licht rond spoor en dat helpt me om te beslissen wat ik met mijn compositie moet doen hoe ik mijn bloemen neerzet, om een mooi harmonieus resultaat te krijgen.
Welke bloemen of bladeren moet ik nemen?
Over de bloemen gesproken: of de bladeren die je wilt gebruiken, Het is een beetje hetzelfde als onze cyanotype handleiding en je moet bladeren en bloemen bedenken die interessant zijn qua vorm en textuur. De kleur doet er niet echt toe. Zoek dus naar intrigerende bladeren of mooie texturen, mooie diktes, mooie nerven van de bloemblaadjes. Interessante geometrische vormen, maar de kleur doet er niet echt toe.
Natuurlijk wil je iets dat niet te groot is. Dus is het interessant, zelfs op kleine schaal, tenzij je echt groots wilt werken, maar als je net begint, zou ik het klein houden, dat is eigenlijk gemakkelijker. Deze is een beetje een olijftak waar de olijven al aan hangen. Op dit moment is het dus eind november, er zijn niet veel verschillende bloemen buiten, maar ik slaagde er toch in een paar verschillende dingen te vinden die ik wil uitproberen en deze is een beetje een salietak.
De voorkant is dus niet zo interessant, maar de achterkant heeft een heel mooie textuur. En het salieblad is wat ik in dat eerste voorbeeld gebruikte. Die mooie textuur krijg je dus ook hier. Denk dus een beetje in van volume, in termen van compositie. Ik heb ook deze kleine narcissen het zijn mini’s. Ik denk dat ze heel goed zullen werken voor dit doel. Dus ik pak er een van.
Ik heb nu mijn bloem, wat is de volgende stap?
En je wilt bedenken hoe ze in de vorm van de mal zullen passen, zoals hoe, ze gerangschikt zullen worden en je kunt een beetje vals spelen. Je kunt, je bloem schikken om een wat interessanter detail te geven. Hier leg ik deze dus opzij, zodat we de twee verschillende bloemknoppen kunnen zien. Misschien help ik het een beetje ontvouwen, en soms kun je de bloem hergebruiken, soms niet. Wees dus bereid om je bloemen op te offeren en maar één gieting per bloem te kunnen doen.
Ik merkte dus dat ik net een puinhoop gemaakt had van kleine stukjes klei die op mijn kopjes geplakt zaten. Ik strijk het nog een laatste keer glad voor ik begin. Dus ik gebruik de narcis en plaats hem zo’n beetje op een manier die zinvol is met de grenzen van mijn cirkel die ik gepland had en dan gaan we hem plat maken. Je moet het dus een beetje helpen en bedenken hoe de afdruk eruit gaat zien nadat de deegrol er overheen is gegaan.
Zo kun je, je weet wel, de natuur een beetje manipuleren, zodat ze de richting uitgaat die je wilt. Zo duw je de bloem lichtjes met je vingers naar beneden in de klei. Zodat het niet zo veel beweegt als ik met mijn deegroller kom en dat ik het geheel gewoon platdruk, zodat de bloem in de klei ingebed is en niet boven het oppervlak uitsteekt. Je wilt dus dat het een beetje beheerst en voorzichtig gaat en dan is de klei hopelijk gelijk met de bovenkant van de bloem en nu moet je hem voorzichtig verwijderen.
Je kunt het eerst met de hand proberen en als dat moeilijk gaat, kun je ook misschien een pincet of een speld gebruiken om ze te pakken. Je wilt ervoor zorgen dat je behalve met de plant zelf geen sporen maakt met je vingers of met je gereedschap in de klei. Dus de planten, krijg je in de vitrine. Je wilt geen andere sporen maken, dus begin ik met de stengel er voorzichtig uit te peuteren en soms komt die gemakkelijk in één keer los en kun je het hele ding hergebruiken. En soms is het net te delicaat en dan heb je maar één poging. Dit is eigenlijk vrij gemakkelijk.
Je kunt er ook een verfkwastje mee uitplukken, uitblazen. Nu heb ik dus de mooie afdruk van mijn mini narcissen in de klei en ik ga de rand van mijn plastic bekertje, deze, gebruiken om er omheen te duwen. Hier kan ik dus nog, weet je, een beetje spelen met de plaatsing. Als ik tevreden ben, duw ik hem gewoon in de klei en je wilt een echt goede hechting met een klei, want gauw genoeg gaan we het gips in de mal gieten, en dan moet je het uitkloppen zodat ook de luchtbellen vrijkomen.
En dan kan het tikken, de mal loslaten en dan wil je geen puinhoop van gips over je schoenen hebben. Dus druk ik het heel goed aan. Ik kan ook een heel klein beetje klei van de rand hier gebruiken om een soort rand, of naad, te maken om het erop te leggen. Ik doe het, vooral aan deze kant waar de steel uit mijn mal stak. Anders is dat een perfect kanaal waar het vloeibare gips uit kan ontsnappen. Dat is dus als ik een bloem wil maken die of een gipsreliëf dat helemaal één kleur heeft. Dus als ik hier mijn gips in giet, krijg ik maar één kleur resultaat.
Hoe kan ik wat kleuren aan mijn werk toevoegen?
Als ik zo wat meer contrast wil hebben, lijkt het een beetje op de ouderwetse Cameo, soort sieraden die je uit twee kleuren liet snijden, altijd roze was wit. In dit geval gebruikte ik twee verschillende gipslagen. De eerste is dus beschilderd met gewoon zuiver wit gips en de tweede heb ik in roze gegoten, een witte gips gemengd met een beetje pigment erin. Want dat zijn echt als twee aparte lagen. En dan kleven ze aan elkaar.
Gips blijft altijd aan gips kleven. Dus als ik zoiets wil doen, moet ik die kleine details er met de hand in schilderen met een penseel en echt verdund pleisterwerk. Ik zal je dus laten zien hoe je dat doet. Voor die met de contrastkleur van het pleister gebruik ik een andere bloem.
Laat me denken wat ik wil. Misschien wil ik de grote olijftak proberen. Dit wordt de maat die ik heb, die moet ik iets groter rollen, of ik kan een kleinere vorm gebruiken, dat kan ook. En dit zou passen. Hier heb ik dus de ruimte voor mijn olijftak. Ik druk het lichtjes aan.
Zo ken ik een beetje de grenzen van mijn vorm en kan ik mijn compositie beter rangschikken. Ook hier moet je dus bedenken welke kant de goede is, welke je meer details zal geven. Het is niet altijd belangrijk dat het naar je toe gericht is. Soms is de achterkant van het blad interessanter. In dit geval heb ik ook de olijven, waar ik een goede afdruk van wil krijgen, dus ik kijk hoe ik die kan plaatsen.
Maar ik denk dat de achterkant in dit geval interessanter zal zijn. En ook hier moet ik de bladeren als het ware zo richten dat ze prettig gaan staan voor het uiterlijk van het geheel. Je kunt dikke bladeren als deze niet te goed overlappen, want ze laten er geen mooie afdruk onder achter.
Je moet dus denken dat je misschien wat van de bladeren opoffert eigenlijk, zodat je een duidelijker netter afdruk krijgt en ik zorg er ook voor dat je de olijfvruchten zelf uitspreidt. Dus deze, o, ze zijn een beetje papperig. Ik duw ze dus eerst naar beneden en kijk hoe diep ze in de klei kunnen gaan, want de kleilaag is niet zo dik. Ik spreid ze dus eerst met de hand uit, bepaal waar al mijn blaadjes komen en ga er dan met een deegroller overheen.
Deze kan hier. Je kunt dus prima overlappende blaadjes hebben, maar ik vind het het beste werken als ze een beetje als dunnere blaadjes zijn. Deze zijn echt stijf, echt taai en de olijven zelf zijn een beetje te papperig. Ik denk dat als ik er met een deegroller overheen ga, ze gewoon uit elkaar zullen vallen, dus laten we eens kijken. En dan deze blaadjes, die gaan een beetje in de weg zitten, dus eens kijken of ik ze misschien hierheen kan duwen. En deze, denk ik, zal ik ook opofferen. Zo kun je toch, weet je, een beetje de details bepalen door wat je laat staan en wat je weghaalt. Ik verwijder deze.
Maak de vorm die je wilt
Goed, dat lijkt vrij goed. Nu, moment van de waarheid, laten we eens kijken wat er gebeurt met de deegroller en de olijven als ik er overheen ga. In dit geval zou het fijn zijn een nog kleinere deegroller te hebben eigenlijk. De eerste olijf, de mini, ging goed, laten we nu eens kijken wat er met deze gebeurt Ik zie dat er wat sap op mijn deegroller zit van een gebarsten olijf.
Laten we proberen het op te ruimen. De grote olijven zijn dus wat moeilijker te hanteren. Ik duw even met mijn vinger naar beneden, maar daar gaan we. En je hoeft het niet meteen de eerste keer goed te doen, als het echt niets doet wat je bevalt, kun je het er natuurlijk uit trekken, de klei opnieuw uitrollen en het nog eens proberen. Het is niet niets definitiefs.
Ik mis hier een beetje volume in het middendeel van de steel. Eens kijken of het me lukt, met een alternatief rolwerktuig, mijn mes. En er zit een beetje olijfsap in de klei, maar ik denk niet dat dat zoveel uit zal maken. Goed, laten we eens kijken wat er gebeurt als ik het er weer uit pel. Misschien dweil ik dat olijfsap wel een heel klein beetje op. Gewoon om het gemakkelijker te maken er mijn eerste laag pleister op te schilderen. Goed, het ziet er goed uit en hier heb ik een klein beetje klei dat opstijgt. Ik duw dat even naar beneden met mijn penseel om het wat netter te maken. Dit kleine stukje klei tik ik dus gewoon weer naar beneden. Goed, dus ook deze strijk ik een beetje glad.
En in dit geval wil ik dus een heel hoog contrast hebben tussen de kleur van de achtergrond en de kleur van de olijven. Dus kijk ik nog eens met mijn mal. Dit wordt de omtrek over het voltooide stuk. En hier schilder ik dus de binnenkant van deze onderste elementjes waar alle blaadjes zaten met een heel klein penseeltje en echt verdund gips. We gebruiken dus ook gips van Parijs om het hele stuk te gieten, maar in een andere kleur.
Hier gebruik ik dus een heel klein penseel en heel verdund gips. Dus een klein beetje water was een heel klein beetje poeder en schilder dan de details in. Ik gebruik dus mijn kleine plastic potjes, een heel klein druppeltje water erin, dat was te veel. Ik zet het weer terug. Je hebt dus eigenlijk nauwelijks iets nodig en idem, een klein beetje gips.
Dus opmerking over de veiligheid: als je met poedervormig gips of poedervormige pigmenten werkt, is het een goed idee om een stofmasker te dragen. Dus niet een gezichtsmasker, coronastijl, maar een stofmasker dat stofdeeltjes werkelijk tegenhoudt. Dus zoiets als deze, je weet wel, bouwmaskers. Door een masker te gebruiken voorkom je dus dat je al die deeltjes in je longen krijgt, wat je niet wilt.
Draag dus voor je begint met het mengen van het gips je masker, als je met pigmenten werkt draag je ook je masker. Ik begin dus met een beetje van het gips in mijn water te krijgen, zodat ik hier nu net een beetje water heb en dit zal voorlopig wel genoeg zijn, denk ik. Dus met mijn penseel verdun en meng ik het gewoon heel goed. En zo dit echt vloeibare mengsel, schilder ik gewoon voorzichtig op de plek waar ik het wit wil laten zien. En omdat het zo vloeibaar is, kun je het er als het ware langs duwen, het zal alle kleine ruimtes willen opvullen die een natuurlijke begrenzing van de bladeren hebben.
Het is dus eigenlijk niet zo moeilijk om het tussen de lijntjes te houden. En natuurlijk hoe kleiner de elementen zijn die je kiest wat bloemen of bladeren betreft, hoe moeilijker het is. Als je echt kleine steeltjes hebt, zal het waarschijnlijk heel moeilijk zijn om die kleine steeltjes op te vullen met je laagje wit. Je kunt ze dus ook gewoon zonder het wit laten, of het je gemakkelijk maken en iets stevigers kiezen met dikkere bladeren.
Ik tik het er dus gewoon in en wil met mijn penseel geen sporen in de verse klei achterlaten. Het is echt gewoon super delicaat, raak het aan en dan versmelt het pleisterwater gewoon vanzelf. En ik begon met de bladeren of de delen die hoger aan de oppervlakte liggen en dan ga ik er in en vul de diepere delen op. En je pleisterwater begint vanzelf in te dikken. Dat is de chemie van het gips voor je.
En als je dus je tijd neemt en je ziet dat het pleister echt te dik wordt en niet meer vloeit, dan is dat prima. Je mengt gewoon een nieuwe partij en dat maakt het veel gemakkelijker om al je details in te vullen. Dus als het niet meer stroomt, als het niet echt vloeibaar is, maak je gewoon een nieuwe partij. Hier heb ik dus bijna alle bladeren en dit gaat misschien buiten mijn vormgebied vallen, maar ik doe het toch maar.
We zullen zien waar ik het afsnijd. Dit blad en nu wil ik de grote stengel invullen en ik begin eigenlijk aan deze kant, die eigenlijk net buiten mijn vormgebied zal liggen, maar het is perfect want dan kan ik dat extra vocht er gewoon in duwen Ik kan mijn plank zelfs kantelen zodat het gewoon, je weet wel, door de zwaartekracht naar beneden wordt gevoerd, zodat ik een heel nette stengel krijg zonder er al te veel rommel van te maken, die heel gemakkelijk buiten de grenzen zou gaan als ik niet oplet, maar als ik me concentreer op de delen die op het kruispunt van takken liggen.
Ik heb hier iets meer ruimte om in de scheuren te komen, tegelijk hoop ik dat het pleister de beschikbare ruimte zal volgen en ik probeer nooit om het perfect te krijgen. Dat is gewoon niet hoe ik werk. Ik laat het gewoon vloeien waar het wil vloeien.
Goed, dus dit ziet er goed uit, eigenlijk, misschien ga ik deze ook wel doen. Dat zou ook zijn, maar jammer om het maar bij één kleur te houden. Ik verwijder dus mijn mal een beetje, zodat ik er beter bij kan. Ik moet een beetje voorzichtig zijn of misschien toch maar niet, laten we het zo houden en dan vul ik het gewoon van bovenaf op. Ook hier ga ik dus alleen de onderste details invullen en het is echt moeilijk om alle randen en grenzen voor dit bloemblaadje te zien.
Ik neem dus ook niet de moeite om het te proberen. Ik laat het water, het pleisterwater gewoon stromen waar het stromen wil en krijg dan een soort gradiënt effect op de randen. Ik hoef dus niet als een echt precieze, harde rand tussen het wit en het, of het geverfde en niet-geverfde, we zullen gewoon zien hoe het eruit ziet. Dus ga ik verder met het invullen hiervan. Goed, het ziet er volgens mij goed uit.
Zo komt het gedeelte waar we de pleister erdoor mengen om er omheen te gaan. Dus duw ik deze meer naar beneden omdat ik begon met het verwijderen, zorg dat het mooi diep zit. Ook deze gebruik ik om hem mooi diep in de klei te duwen. Als je een klein randje hebt zoals dit. Het kan helpen om met een mesje op de rand van je plastic te duwen, dan kun je het echt goed laten plakken en diep in de klei laten gaan. Zo duw ik het helemaal rond, ik zorg dat ik een goede hechting heb en dat het gips niet ontsnapt. En deze is vrij ondiep.
Idealiter zou ik een wat dikkere rand hebben. Hoe groter je werkstuk, hoe dikker je het pleister wilt hebben. Om het vast te zetten, knip ik hier gewoon een stukje van mijn klei af en rol er een lange worst van en dan gebruik ik dat als een speciale, extra begrenzing aan de rand om ervoor te zorgen dat mijn gips niet ontsnapt. Zo doe ik het ook aan deze kant.
En natuurlijk zijn het plastieken mallen, je kunt ze vele malen hergebruiken, dus als het gips eenmaal uitgehard is, haal je het uit de mal, dan kun je een nieuwe doen. Ik probeer verschillende bloemen, verschillende bladeren en ik giet ze de een na de ander. En je kunt de klei ook opnieuw gebruiken. Dus zodra het gips hard genoeg is, kun je de klei afpellen en opnieuw gebruiken. Dus dat ziet er mooi uit. En dus is het de bedoeling dat je, nadat je je klei gegoten hebt, de vorm schudt. Je wilt er dus zeker van zijn dat hij stevig genoeg is, zodat als je de plank schudt, er niets uitvalt.
Nu ik de elementen heb afgepeld, vul ik ze dus ook op met witte pleister. Het beetje witte gips dat ik in mijn kopje had gemaakt is dus niet te hard. Het is te dik, dus maak ik een nieuwe partij. Heel belangrijk is dat je, als je met gips werkt, het nooit door je afvoer spoelt. Dus als het uit zichzelf zo indikt, doet het dat natuurlijk ook in je leidingen. Je wilt er dus echt zeker van zijn dat het gips nooit in de afvoer gaat als het vloeibaar is.
En als ze dus gips wil weggooien, laat je het eerst hard worden in je bak, in de, ik weet niet, krant of iets anders dat de vloeistof opvangt en gooi dan de harde stukken weg, maar je spoelt nooit hard gips af. Wat je wel kunt doen is een boekje maken waarin je al je vloeibare pleister afspoelt, maar je vangt het pleisterwater op dat eruit komt, en dan laat je het in de emmer bezinken zodat het op de bodem wordt opgevangen. Dan laat je het schone water er bovenop weglopen en wat voor slib je op de bodem van je emmer overhoudt, gooi je weg in de vuilnisbak.
Het is hetzelfde met cement andere verhardende stoffen, je wilt ze niet in je pijpen. Anders wordt het een heel dure hobby. Ik vind dit nog een beetje te licht, dus voeg ik er nog wat meer gips aan toe. Ik heb hier niet echt een recept voor, het gaat echt op het oog en op gevoel, als ik denk dat het niet een voldoende dikke laag gips achterlaat, voeg ik gewoon wat meer poeder aan mijn water toe. Dit is beter.
Je wilt een zichtbaar witte laag En als je ze heel klein maakt misschien met de wc-papier tubes, denk ik dat ze heel leuke kerstversieringen kunnen worden. Je moet er alleen aan denken een gaatje in het gips te maken voor het te hard is.
Anders moet je het echt uitboren met een boor, wat ook mogelijk is. Maar als je het doet terwijl het pleister nog nat is, gaat het eigenlijk sneller en gemakkelijker.
Goed. Als je een metalen mal als deze gebruikt, is het misschien een goed idee om aan de binnenkant een soort lossingsmiddel zoals vaseline of iets vettigs te gebruiken om te zorgen dat je gips niet blijft plakken.
Laten we er wat kleuren bij zetten!
Dit ziet er goed uit en ik ga vloeibaar gips genoeg maken om ze alle drie te gieten. Ik denk dat ik van groen uit ga. Dus gips van Parijs, er zijn verschillende merken, verschillende soorten, verschillende leveranciers, volg altijd de gebruiksaanwijzing die bij het zakje gips zit dat je eigenlijk koopt.
Het is niet zo lang houdbaar, dus als je het al jaren hebt, dan heb je waarschijnlijk een nieuwe nodig. Ik denk dat je het ongeveer een jaar kunt bewaren en zorg dat het uit vocht is en volg dan de aanwijzingen van de fabrikant over hoeveel je er mee moet mengen. Deze is ongeveer één volume water voor twee volumes gips en ik doe er ook een beetje pigmentpoeder bij om mijn mengsel te krijgen.
Ik doe ook handschoenen aan voor ik met gips werk, naast mijn masker, want het is echt uitdrogend voor je handen. Dus handschoenen en ik heb het al vele, vele keren gedaan. Ik doe het dus op het oog, maar als je niet vertrouwd bent met gips, doe het dan gewoon volgens de aanwijzingen van de fabrikant. En het is ook een beetje gissen naar hoeveel gips je eigenlijk moet maken, afhankelijk van hoeveel volume je wilt vullen.
Als je te veel maakt, nogmaals, stort het overschot dan niet in je afvoer, maar in iets als een krant of een emmer die je laat bezinken voor je het dumpt. Ik doe mijn pigmentpoeder in het water en ook hier doe ik het op het oog. Als het gips nat is, zal het er donkerder uitzien dan wanneer het droog is. Wees dus wat royaler dan je denkt en dan voeg ik mijn gips toe.
Hier meet ik het dus eigenlijk voor je af. Ik had dus zo’n bekertje vol met water en ik heb tot twee van de bekertjes vol met gips nodig. Dat is dus zo’n beetje het eerste en dan wil je het in je water strooien. Je wilt je gips dus gelijkmatig over het oppervlak strooien en daar draag je een masker want het komt overal in de lucht en in je longen terecht.
Dat is dus de eerste die uitgesmeerd wordt. En hoe meer gips je per hoeveelheid water doet, hoe dikker het mengsel zal zijn. Je wilt dat het klonterig is, niet te vloeibaar, maar als het te hard, te dik is, zal het niet mooi uitspreiden en krijg je meer problemen met luchtbellen. Dus ook hier spreid ik mijn pleister gelijkmatig uit over het wateroppervlak en dan wil je het laten zitten. Je wilt het water in al je poeder laten opnemen. Je wilt niet dat er opgedroogd, droog poeder, droog pleister op het water zit.
We laten dat een paar minuten zitten voor we het ronddraaien. Je wilt dus dat het poeder helemaal verzadigd is. Je ziet de kleur veranderen. Het is wat grijzer als het nat is. Je wilt dus wachten tot het helemaal verzadigd is voor je er in roert. Dus als mijn gips mooi verzadigd is, ga ik er gewoon in roeren en dan zijn de handschoenen ook handig.
Dus wervel je het met de hand en dan kun je goed voelen of er delen zijn die vloeibaarder zijn en meer geroerd moeten worden, of dat je nog klontjes hebt of iets dergelijks. Je wilt dus echt goed met de hand voelen en een gelijkmatig mengsel met gelijkmatige textuur krijgen. En tegelijk kun je je pigment er heel goed in mengen. Wil je meer een marmeren uiterlijk met je pigment, dan kun je het beter pas achteraf toevoegen.
Je kunt dus eerst je gips mengen en als het mooi egaal is, strooi je er een beetje van je pigment over en meng je het niet super goed, dan krijg je marmerachtige wervelingen, wat mooi kan zijn. Soms vind ik het een beetje afleiden van de mooie details van de bloemen zelf, een beetje een wedstrijd.
Voor deze keer laat ik het dus effen groen. Dus als je mengsel mooi egaal is ga je het in je mal gieten, ik begin hier met een grote, want ik weet niet precies hoeveel gips ik heb of ik genoeg heb voor alle drie de mallen, zo niet, dan doe ik misschien een andere kleur voor de laatste.
Goed, laten we eens kijken. En het is aan jou, hoe dik je ze giet. Als je ze heel dun maakt, worden ze heel breekbaar. Dus als het een voorkeur voor look is, is dat prima, maar wees gewoon heel voorzichtig bij het hanteren, vooral als ze nog nat zijn, net vers gips, want ze zullen veel gemakkelijker breken.
Nu heb ik dus gips op mijn hand, gips in mijn emmers of mijn mal. Ik wervel er een beetje water in en maak de randen van de vorm of het plastic als het ware schoon en laat dat water bezinken. Dus nogmaals, giet dit niet in je afvoer.
Laat het bezinken, je zult zien dat het op den duur een harde laag op de bodem wordt, of een sliblaag. En het water erbovenop zal schoon zijn. Dit laat je dus gewoon zitten tot je klaar bent met je werk en het zal veel gemakkelijker weg te werken zijn. En met pleisterwerk wil je eerst opruimen. Dat is altijd de prioriteit voor je iets anders doet. Je ziet nu dus dat het oppervlak niet zo super egaal is, maar dat is prima want we gaan er op tikken om de pleisterlaag te laten bezinken.
Dus pakte het net de rand van mijn plank en ik tik het naar beneden en je ziet dat het pleister zich vanzelf verspreidt en je merkt ook dat er hopelijk kleine luchtbelletjes naar de oppervlakte komen. (slaan van de plank)
En hier komt het een beetje uit mijn mal. Dat is niet erg, want dat is heel gemakkelijk op te ruimen. Dus dit is goed, ik laat het uitharden. Intussen giet ik een beetje andere kleur gips voor de aardbei. Ik denk dat ik voor roze ga en we wachten tot het uitgehard is. Dat duurt ongeveer een half uur denk ik. En dan laten we je het ontvormen zien. En nu wachten we.
Het is tijd voor de resultaten!
Goed zo, het gips is hard geworden, het voelt ook warm aan. Gips is dus een chemische reactie als het uithardt, het wordt heel warm en dan begint het af te koelen. Vanaf het moment dat het begint af te koelen laat ik het normaal los. Om je werk te verwijderen is het dus het gemakkelijkst om de verschillende motieven die je hebt van elkaar te scheiden of je maakt gewoon een apart deel, draait het om en pelt voorzichtig de klei af.
Dus eerst verwijder ik en deze klei, die je kunt hergebruiken, rol je gewoon op tot een balletje en gebruik je opnieuw. En ga dan met je vinger gewoon op de rand Dig een klein beetje in. En hier heb ik de rand van mijn klei en je ziet dat hij gewoon super gemakkelijk loslaat van het gips. En zo zie je dat er een heel klein beetje wit detail van de verfkwastlaag op de roze achtergrond zit. Dit is nog vrij nat.
Ik laat het dus eerst wat uitdrogen voor ik het uit de mal duw, want het pleisterwerk is, als het nat is, nog wat kwetsbaarder. Het zou zonde zijn om het voorlopig te verpesten. En dit is de plastic mal. En ook hier komt hij heel gemakkelijk los door het ongelakte hout. Je kunt hetzelfde resultaat bereiken met een stuk textiel.
Ook hier pel ik de laag af en je kunt de details zien en er blijft een heel klein beetje klei achter rond de rand. We kunnen wachten tot het plastic helemaal uitgehard is en dat er dan afspoelen. En hier is de rand van de mal een beetje schuin. Zo wordt het heel gemakkelijk om hem eruit te wippen. Deze, ook al is hij nog niet helemaal uitgehard, kan ik voorzichtig uit de mal wippen.
En dan is de laatste stap om het echt geschenkwaardig te maken de randen op te poetsen, ze een beetje te verfijnen. Ik kan dat doen met een nat schuurpapiertje. Dus een schuurpapiertje bedoeld voor auto’s dat soort dingen, fijne korrel, werkt heel goed met gips.
Ook hier wil je op nat pleister werken, dus onder water in een gootsteen of zo om al het stof op te vangen, en dan kun je de textuur van de rug verfijnen, hem plat op het schuurpapier sturen zoals dit en dan de randen een beetje om ze wat netter te maken, maar wel echt mooi detail te geven.
En de laatste, de grote, dus hoe groter hij is, hoe voorzichtiger je wilt zijn met omkeren en hanteren in het algemeen, vooral als je niet een echt dikke laag gips hebt. Dus hoe dunner het is en hoe breder de diameter van je mal, hoe groter de kans dat hij breekt. Hier morste mijn gips een beetje over de rand, niet erg, ik kan het er gewoon afsnijden. Breek dus dit stukje af.
En je wilt geen stukjes gips in je klei laten zitten als je die gaat hergebruiken, want dan wordt het heel moeilijk om het zonder klonten glad te strijken. Dus alle klei, die een beetje vervuild is met hard gips, leg ik opzij en gebruik ik hier niet meer voor. Hier probeer ik dus het hele deel op te tillen. Haal er een beetje lucht onder Een goed hulpmiddel hiervoor zou een touwtje of een touwtje zijn om onder de klei te duwen en het zo op te tillen. Dus gebruik een touwtje, als je het onder de kleilaag kunt krijgen en gewoon trekken, zie je dat het heel netjes loslaat. En dan kunnen we vanaf deze kant de mal lospellen.
Dus ook nu zat er in alle stukjes klei weer gips. Ik zorg ervoor dat ze niet terug in de stapel moeten, zodat ze de rest niet besmetten. Het is lekker warm aan deze kant. Ik zal dus proberen een losse rand te vinden, laten we eens kijken, een heel bevredigende onthulling. Dat was dus de olijftak. Het is grappig dat de klei op de rand van de olijven zelf een andere kleur heeft.
En dus denk ik dat het een beetje te nat was voor mijn pleisterlaag, maar ik laat dit drogen en dan zien we wel hoe het er uiteindelijk uitziet. De bladeren zijn echt mooi gelukt. Ook hier een beetje een randje, als een helling aan de rand, dat heel gemakkelijk loslaat en dan laat ik het helemaal hard en volledig uitharden en geef het dan een goede afwerking aan de randen en dit grijze deel dat je hier ziet, als ik er tegenaan strijk was mijn vinger.
Het is een laagje echt dunne klei dat we er op het eind af kunnen wassen. Zodat het de achtergrondkleur niet vuil maakt. Dus laat ik dit helemaal drogen. En ik ben benieuwd wat jij met deze techniek doet. Dus laat ons je resultaten zien, tag ons op je Instagram foto’s en ik hoop dat wie het ook krijgt of als het voor je eigen huis is, er echt blij mee is. Veel plezier ermee.